Waterloopkundig Laboratorium in ruste (deel 1)
Vrijdag 15 April 2011 om 18:21Jan heeft al tijden geleden aangegeven dat hij een keer wil fotograferen in het Voorsterbos. Daar was tot 1990 het Waterloopkundig Laboratorium gevestigd. Sinds 2005 is het bos opengesteld voor publiek.
Donderdag j.l. voegden we de daad bij het woord. We waren nog maar net met onze wandeling begonnen, toen er twee mannetjes oranjetipje zich aandienden. We grepen onze camera's maar de vlinders waren in een oogwenk verdwenen. Wel bleef er een vrouwtje oranjetipje wat langer bij ons in de buurt. Maar ook die liet zich niet van dichtbij fotograferen.

Het Voorsterbos is een van de oudste bossen in de Nederlandse provincie Flevoland. Het ligt tussen Kraggenburg en Vollenhove, en is eigendom van Natuurmonumenten. Het is bijna 1000 ha groot. Naar het zuidoosten sluit het gebied aan op het Kadoelerbos. In het oosten wordt het gebied begrensd door het Vollenhoverkanaal dat tevens de grens vormt met Overijssel.

De eerste aanplant vond plaats in de jaren '50 van de vorige eeuw. Het was oorspronkelijk een productiebos waar populieren en sparren waren aangeplant. In 1997 kwam het in het bezit van Natuurmonumenten. Sindsdien kreeg het bos een natuurlijker structuur. Naast het eigenlijke Voorsterbos bestaat het gebied uit het Wendelerbos en het Waterloopbos.

Het Wendelerbos is 120 ha groot. Het is genoemd naar het dorp Wendele dat hier in de Middeleeuwen heeft gelegen. Hier zijn omstreeks de eeuwwisseling veel jonge bomen aangeplant, zoals wilgen, populieren, elzen, essen en fladderiepen. Ook werden er twee beken gegraven om water aan te voeren.

Het Waterloopbos was vroeger eigendom van het Waterloopkundig Laboratorium dat er proefopstellingen maakte van havens. Het bos is erg vochtig vanwege de vele proefopstellingen, zoals modellen van de Deltawerken en de haven van Lagos. In een waterloopkundig laboratorium kan men in een landschap op verkleinde schaal waterstromingen nabootsen, bijvoorbeeld een rivier met kribben. De bedoeling hiervan is te onderzoeken wat de invloed van waterstromen is op bijvoorbeeld constructies en ondergrond. Er kunnen proeven gedaan worden om de stroomlijn van schepen te beproeven, maar ook voor het onderzoek naar afkalving, oevererosie en dichtslibbing van rivieren. In het laboratorium kan tevens de invloed van waterkeringen, dijken, sluizen en stuwen getest worden.

Uiteindelijk is het bos verlaten omdat computermodellen de plaats van schaalmodellen hebben ingenomen. Sommige proefopstellingen werden afgebroken, andere bleven staan. Natuurmonumenten is bezig alle overgebleven proefopstellingen weer schoon te maken zodat ze toonbaar zijn voor het publiek. Oorspronkelijk dreigde hier een bungalowpark te worden aangelegd, maar de omwonenden verhinderden dit.

Het Waterloopkundig Laboratorium is een wetenschappelijk instituut in Nederland. In 1933 werd de Stichting Waterbouwkundig Laboratorium opgericht, ressorterend onder de minister van Waterstaat. Van 1927, toen er al een bescheiden begin was gemaakt met een waterbouwkundig laboratorium in de kelder van het gebouw voor weg- en waterbouwkunde, tot 1960 was Prof. Johannes Theodoor Thijsse (1893-1984) hoofd van de laboratorium.

Het laboratorium is altijd in Delft gevestigd geweest, aanvankelijk in de binnenstad van Delft, tegenwoordig op een terrein bij de TU Delft aan de Schie ten zuiden van de stad. Eén onderdeel, de schaalmodellen was dus gevestigd in het Voorsterbos.

Wij zagen "Door de bomen het bos nog wel". En wel frisgroen ontspruitende bomen en een enkele dwarsligger.

Natuurmonumenten laat het gebied langzamerhand door de natuur overnemen.

Ik moet er zelf wel aan wennen, want ik ben nogal van het opruimerige.

Alle projecten zijn stevig verankerd met moderne roestvrij stalen kettingen. Stel je voor dat iemand "per ongeluk" een schuifje opendraait.

Ook zijn overal de elektriciteitsdraden doorgeknipt.

"We moeten in de zomer hier ook eens gaan kijken, want dan zijn er vast veel libellen te vinden", zie Jan en terwijl hij die woorden uitsprak keek hij verlangend uit naar het eerste bankje op onze route.
Zijn woorden waren nog niet koud en zie daar het eerste bankje en wel geschonken door het weekblad Libelle.
We nuttigden daar onze meegebrachte lunch.

Na de lunchpauze (ik zeg natuurlijk niet welke lunchpauze) het tweede deel van deze serie.