Op mijn verjaardag maakte ik deze fotoserie van de hoogzwangere Gerjanne. Op dezelfde verjaardag spraken Jan en Gerjanne samen af dat Jan en ik samen t.z.t. op poppeslok (Frysk voor kraambezoek) zouden gaan. Vandaag was het dan zover.
De grote handen van Jan, zorgzaam naast het kleine mannetje.
In dit log schreef ik over de wintergasten in onze tuin, die zich tegoed deden aan het voer in onze tuin. Een paar dagen nadat ik het voederhuisje had voorzien van nieuw voer, vertrokken de groenlingen naar het noorden, zoals ik hier beschreef. Ik dacht dat ik het voer voor niets had opgehangen. Een paar weken was het rustig rond het voederhuisje totdat er weer groenlingen verschenen bij het huisje.
Zullen dit de gasten zijn die vanuit het warme zuiden zijn teruggekeerd?
Ik was er in ieder geval wel blij mee dat ze er weer waren, want dan had ik mooi wat te kijken toen ik op de stoel "achter de geraniums" zat tijdens mijn ziekteperiode.
Dit zaad leek een maatje te groot voor deze groenling.
Toch gelukt, gekraakt.
Ik ben nog iedere dag blij met dit mooie verjaardagscadeau, gekregen van Jan en Aafje.
Dank voor jullie beterschapswensen. Het gaat gelukkig eindelijk de goede kant op, maar nog wel met twee stappen vooruit en weer één stap achteruit. Ik begin langzamerhand weer met bloggen.
Drie en een half jaar geleden maakte ik deze foto's, een cadeautje voor opa en oma.
De twee broertjes en het zusje namen een half bankje in beslag.
Het gezin breidde zich verder uit, het werd tijd voor een nieuw cadeautje voor opa en oma.
Het is hetzelfde bankje maar inmiddels wordt de hele bank in beslag genomen.
Ik ben ziek, "al" vanaf vrijdag en het gaat achteruit in plaats van vooruit. Geveld door een virus. Ik gebruik deze foto van Klaas uit het archief om mijn situatie te schetsen. Ik slaap veel en meestal met de mond open, om zo voldoende lucht binnen te krijgen. Deze foto is toch duizendmaal mooier dan een selfie...
Met Klaas en zijn ouders gaat het goed. Klaas groeit goed en verandert per week, zo meldde onze dochter die wel op bezoek kan. Mijn tijd komt wel weer. Nu weten jullie ook even de reden waarom ik niet bij jullie "op bezoek" kom.
Vanaf de nieuwe brug reden we verder naar de volgende fotostop, naar de locatie van de tapijtleggers Het eerst wat we zagen bij deze bouwlocatie was een shovel die bezig was met het verplaatsen van betonnen elementen.
Uiterst voorzichtig daalde de shovel achterwaarts af in de bouwput. Het betonnen element stond los op de grijparmen van de shovel, daardoor was de kans op kantelen groot.
Het was mooi en indrukwekkend om met eigen ogen te zien hoe de bouwput er uitzag. Ik vraag me nu wel af waarom al die repen tapijt verschillende kleuren hebben. Als het project klaar is zie je er toch niets van terug?
Nadat we een tijdje de verrichtingen van de shovelchauffeur hadden gadegeslagen, besloten we om de bouwput heen te lopen en het geheel vanaf de andere kant te gaan bekijken.
Het eerst wat daar opviel was het slangenstelsel om het grondwater af te voeren. Vanaf deze kant kon je ook mooi zien wat er gebouwd werd van de betonnen elementen.
In mijn ogen waren er meer opzichters dan uitvoerenden, maar dat zal wellicht komen door mijn onwetendheid van dergelijke bouwprojecten.
In het andere gedeelte van de bouwput ging de aanvoer van zand onverminderd door. Met zo'n grote vrachtauto het talud afrijden dat is één,
maar er weer op eigen kracht uitkomen was een tweede. Daar was wat hulp voor nodig.
Ondertussen zag de lucht er steeds dreigender uit, het leek ons verstandig om weer richting auto te gaan. Jan maakte hier nog een foto, wellicht van de dreigende lucht boven Moskou...
We zaten nog geen minuut in de auto en toen vielen de eerste druppels al op het voorraam.
Tot zover eerst de werkzaamheden op Friese bodem. Een volgende keer neem ik jullie weer mee naar de fotosessies gemaakt in de Kop van Overijssel. Gelukkig kan ik de werkzaamheden in Frylân blijven volgen op de weblog van mijn fotomaatje.
Toen ik vorige week bij Jan was, voor een gezamenlijke fotokuier, stelde hij voor om naar de werkzaamheden aan de N381 te gaan kijken. Bij het verbreden van deze weg wordt er op meerdere plaatsen gewerkt aan interessante kunstwerken.
Jan had zijn lezers dagenlang in de ban gehouden met de geheimzinnige tapijtlegger, zoals hier en hier is te lezen. Nadat Jan ons het verhaal van de tapijtlegger had onthuld leek het me interessant en leuk om dit alles met eigen ogen te aanschouwen.
Op weg naar de tunnel in wording, nabij de Peelrug, kwamen we langs een nieuwe brug over de Opsterlânske Kompanjonsfeart (Opsterlandse Compagnonsvaart). We besloten te stoppen en daar een kijkje te gaan nemen. Terwijl Jan stond te praten met de verkeersregelaar,
zoomde ik in op de werkers bovenop de brug
Een kraan tilde twee staalkabels op
en één van de mannen leidde deze kabels door een gat in het wegdek.
Nadat de kabels in positie lagen maakte hij de ketting los en gaf een teken dat de ketting gehesen kon worden.
Hij maakte de band los en gooide die naar de plaats waar de volgende twee staalkabels lagen te wachten.
Als je als taak hebt om het geheel in de gaten te houden en te meten, dan mag je de handen in de zakken houden.
De man was gezekerd met een veiligheidsriem.
Wel een veilig idee, dat mocht hij vallen, hij in ieder geval aan zijn vestje zou blijven bungelen...
Bovenstaande voorbereidingen waren noodzakelijk voor de montage van de brugleuning. De leuning ligt hier nog op de vrachtauto.
Omdat het in de wind nog flink koud was en het nog wel een tijd kon duren voordat alle staalkabels waren geplaast, besloten wij niet te wachten tot de Mammoet in actie kwam.
We stapten in de auto om onze reis te vervolgen naar de tunnel in aanbouw.
Vandaag was het een prachtige eerst lentedag. Ik maakte een lange wandeling nabij de buurtschap Nederland
Het gehucht telt negen huizen, waaronder twee boerderijen. Het was druk op de enige parkeerplaats in het dorp.
Ik nam het pad evenwijdig aan de Roomsloot, richting Kalenberg.
Kwam ik daar toch bekenden tegen die ook genoten van het mooie weer.
Omdat mijn zus nog aan het herstellen is van een verstuikte enkel, kon ze niet met mij meewandelen.
Iedereen die vandaag naar buiten kon was vandaag ook buiten. Het was een drukte van belang bij de vogelkijkhut en op het Kooiboompad.
Vandaag zag ik onze tuin de eerste vlinder vliegen, een citroenvlinder. Deze wilde echter niet op de foto. In het rietland, tussen Nederland en Kalenberg, had ik meer geluk, een kleine vos wilde wel eventjes voor mij poseren. Natuurbericht maakte melding van de vele vlinders die op deze eerste lentedag waren gesignaleerd.
Het was echt genieten vandaag. We gaan de goede tijd weer in.
De groenlingen hadden in onze tuin voldoende vetreserves opgebouwd en zijn eergisteren vertrokken naar het hoge noorden. Het werd ze hier te heet onder hun pootjes. Ik liet jullie nog net op de valreep van de lente deze winterse serie zien van het ijsbeertje. Die winterse serie krijgt nog één keer een vervolg.
Op die bewuste winterse dag belde ik 's morgens met mijn zwager met de vraag waar hij in het riet aan het werk was en of ik daar met mijn luxe auto kon komen. Mijn zwager, Klaas vertelde waar ze aan het werk waren en dat ik vanwege de bevroren grond daar wel zelf met de auto kon komen. Ik reed eerst naar het huis van mijn zus om te vragen of ze zin had om mee te gaan naar het rietland, zij had echter een andere afspraak. Toen ik daar was zag ik de four-wheel drive auto van mijn neef staan. Daarbij trof ik het ook nog dat hij de sleutels bij mijn zus had achtergelaten. Ik koos ervoor om zijn auto mee te nemen en dat dit een verstandige keuze was is wel te zien op onderstaande foto.
Mijn zwager heeft op meerdere locaties riet en op de locatie van die ochtend was ik niet zo goed bekend. Ik vroeg hoe ik hen kon vinden. "Kijk maar waar rook is, daar moet je zijn", waren zijn woorden.
Omdat het rietwerk veel lichamelijke inspanning vergt werken ze liever met kouder weer dan met warmer weer in het riet. Aan sneeuw en rijp hebben ze echter een hekel want dat maakt het riet te nat. Het riet mag namelijk niet te nat bijeen worden gebonden, want dan gaat het rotten.
De riettelers zijn, net als andere telers en boeren, bijna het hele jaar afhankelijk van het weer. De opbrengst van het riet is dit jaar slecht wat mogelijk wordt veroorzaakt door een aantal strenge nachtvorsten in het late voorjaar. Er zit veel afval (in vaktaal ruigte genoemd) tussen. Het afval wordt ter plaatse verbrand.
Rhena reageerde enthousiast op mijn komst, ze bracht me een cadeautje. Ik zat op de hurken en kon nog net op tijd gaan staan, want anders had ze mij in haar enthousiamse omver gesprongen.
Willy schreef een keer in een reactie over het branden: "Het verwondert me dit te zien, hier is zoiets verboden". Ik kan me haar reactie wel voorstellen, ook hier in Nederland is het branden zonder vergunning verboden. De riettelers mogen de ruigtel in het rietland verbranden, maar hoelang dat nog mag is de vraag. Er zijn al geluiden dat de ruigte vanuit het rietland moet worden afgevoerd. Mogelijk dat het dan een herbestemming kan krijgen als afdekmiddel of als strooisel.
De zon klom steeds hoger, de rijp verdween.
Schaft. Rhena wachtte geduldig naast haar baasje, stel je voor dat er een stukje brood op de grond zou vallen.
Mijn neef gaf mij zijn koffiekopje, hij moest gebruik maken van een alternatief.
De mannen maken zoveel mogelijk gebruik van machines. De kammachines werden hier verplaatst naar de volgende rietschoof.
Vroeger werd de ruigte met een kam uit het riet gekamd. Men hield het bosje riet in de linkerhand. In de rechterhand hield men een kam of rietsnit waarmee men met een snelle beweging door het riet kamde.
In deze tijd pakt men het bosje in de hand, snijdt men met het snit het touwtje door en houdt de bos boven de lopende band met stalen pennen, op deze manier wordt de ruigte uit het riet gekamd. Het kammen door snelle bewegingen met de rechterarm zoals het vroeger ging, wordt nu overgenomen door de machine. Toch blijft er nog veel handwerk over.
Het uitgekamde bosje wordt in een opvangbak gelegd en dan wordt er begonnen met het verwijderen van de dulen. Dulen is een andere naam voor lisdodde. Ook dat is afval wat niet thuishoort in een bos riet. Vroeger lag het bos riet op de grond en moest men gebukt zoeken, tegenwoordig kan met rechtop blijven staan.
De mannen hebben allemaal een radio gemonteerd op hun machine. Persoonlijk vind ik het een nadeel dat je continu het geluid van een machine om je heen hebt, maar dat hoort nu eenmaal bij de mechanisatie.
Kijk en luister maar even mee op het filmpje hoe het werkt in het rietland.
Je zou het hier niet zeggen, maar Klaas is toch echt al een tijd van het roken af.
Op de andere locatie blijft het riet opgestapeld op de dijk liggen totdat het droog is. De locatie, waar ik was op deze winterse dag, ligt te beschut en daardoor is er te weinig wind. De rietbossen zouden hier niet voldoende drogen.
De bossen riet worden daarom aan het eind van de dag meegenomen naar huis en worden op het erf te drogen gelegd.
En ook Rhena draagt haar steentje bij, bij het oogsten van het riet.
Op onderstaande foto's staan vier generaties rietsnijders. De boreling heet Klaas Albertus. Links op de foto zit Klaas, hij is getrouwd met Anna en is de schoonzoon van Albertus, mijn vader. In het midden zit Klaas de overgrootvader van de boreling. Hij was een vriend van mijn overleden vader. Rechts zit Klaas Jan, hij is de vader van de pasgeborene, de schoonzoon van de linker Klaas en kleinzoon van de middelste Klaas. Kunnen jullie het nog volgen? En Klaas Albertus is vernoemd, maar dat hadden jullie vast al in de gaten. De jongste Klaas kreeg zijn eerste rietsnit met daarop zijn naam. Deze foto is gemaakt door mijn zus, Anna.
Voordat we de lente inglijden neem ik jullie nog een keer mee naar een winterse dag. Op 16 februari was er een dag met rijp en ijs en besloot ik een kijkje te gaan nemen in het rietland.
Rhena die in deze serie voornamelijk nog in de auto bleef zitten, was nu op ontdekkingsreis in de grote rietwereld.
Ze ontdekte een wak in het ijs. Iedere keer ging ze naar het wak, hengelde met haar poot in het wak en brak met haar bek een stukje ijs af. Dat stukje ijs bracht ze dan naar de kant om vervolgens weer terug te gaan naar het wak.
In deze houding, met de witte vacht en de zwarte snuit vind ik haar net een ijsbeertje.
Iedereen veel dank voor de felicitaties voor de geboorte van mijn achterneefje, Klaas. De komende tijd zal ik vast op deze plaats nog wel foto's van hem laten zien. Ik ben in ieder geval helemaal verliefd op het kleine mannetje.
Onlangs kreeg ik op mijn verjaardag een heel mooi cadeau van mijn vrienden, Jan en Aafje. Sinds een aantal dagen wordt dit voederhuisje druk bezocht door groenlingen. Tussen het eten door zijn ze constant aan het ruziën.
De groenlingen die in ons land overwinteren komen uit het koude noorden.
De Nederlandse groenlingen zijn op hun beurt verder getrokken naar het warme zuiden.
Het is te hopen dat die zich daar wat beter gedragen dan die gasten die bij ons bivakkeren.
En dan komt er een gast vanuit een andere cultuur en dan wordt het plotseling twee tegen één.
Niets menselijks is die vogels vreemd...
En zo kan het ook, "Leven en laten leven" een ieder op zijn eigen stukje.
De meteorologische lente is aangebroken, laat wat mij betreft de echte lente maar komen, ik heb er wel zin in.
Het vinkje is niet zo acrobatisch aangelegd, hij "pikt een graantje mee" op de coniferenhaag. Het zijn de restje die naar beneden vallen terwijl de groenlingen boven zijn hoofd aan het eten zijn.
Op dit moment ben ik bezig met de laatste voorbereiding voor de fotolezing die ik vanavond houd voor de vrouwenvereniging in mijn geboortestreek. Mijn moeder zei jaren geleden al dat ik eens een fotolezing moest gaan houden, ik gooide dat altijd ver weg. Ze heeft toch een vooruitziende blik gehad. Deze fotolezing is weer heel anders van opzet dan de lezing voor de fotoclub in Dwarsgracht, ik kon dan ook niet dezelfde fotoserie gebruiken. Het kost dagen voorbereiding om een dergelijke lezing klaar te maken. Het is dus met recht vrijwilligerswerk en liefdeswerk.