Donderdag 26 Februari 2015 om 22:18
In dit logje schreef ik over Gerjanne die hoopte binnenkort zelf moeder te worden. Vandaag zijn Gerjanne en haar man de trotse ouders geworden van een prachtige zoon.
In deze houding zat dit kleine mannetje in de baarmoeder...
26 jaar geleden mocht ik erbij zijn toen zijn moeder werd geboren en vandaag was ik getuige van de geboorte van dit wonder. Ik had vandaag grote bewondering voor mijn nichtje die deze zware dag zo moedig heeft doorstaan. Haar man zei vandaag dat alleen vrouwen een dergelijke klus kunnen klaren. Hij heeft vandaag o.a. in zijn handen mogen voelen hoe sterk zijn vrouw was.
Vanwege de hoge bloeddruk van zijn moeder moest hij drie weken eerder gehaald worden dan de uitgerekende datum. Hij was voldoende op gewicht en het kleine mannetje deed het prima. Na deze spannende weken doorstroomt ons nu een gevoel van dankbaarheid, dankbaarheid naar de Schepper van dit nieuwe leven.
Dinsdag 24 Februari 2015 om 17:04
Deze prachtige meid die 26 jaar geleden werd geboren ...
...en hier knuffelt met haar tante, hoopt binnenkort zelf moeder te worden.
Vanwege de hoge bloeddruk moet ze het rustig aandoen. o.a. grote huishoudelijke klussen mag ze niet meer doen. Gelukkig heeft ze een zorgzame en hardwerkende moeder (mijn zus) die al een paar weken bijspringt. Haar moeder zit nu helaas op de bank met een gekneusde enkel.
Gelukkig heeft ze nog een tante en nichtje die haar vandaag maar wat graag wilden helpen. Alles lag al klaar voor de komst van de baby en het huis was al heel erg netjes, maar ja, bij nesteldrang moet alles nog schoner. We hebben de hele dag hard gewerkt en gezellig gepoetst. Ik heb het vandaag ervaren als plaatsvervangende nesteldrang. Wat ons betreft mag de baby komen.
De baby wordt het eerste achterkleinkind in onze familie. Jammer dat onze moeder en oma niet mee heeft kunnen maken dat ze overgrootmoeder mocht worden.
Zaterdag 21 Februari 2015 om 15:24
Gerjanne en Klaas Jan hebben sinds enige tijd een lief hondje, haar naam is Rhena. Rhena gaat iedere dag met haar baasje mee naar het rietland.
Rhena vond de grote rietwereld nog wat eng en ze bleef het liefst in de auto. Ze had daar ook een belangrijke taak, ze moest op de overall, de jas, de rol met touw en de koelbox passen.
En als beloning kreeg ze van tijd tot tijd liefdevolle aandacht van haar baasje.
Haar baasje laat hier zijn nieuwe rietsnit zien, deze is speciaal voor hem gemaakt.
Kelev, het hondje van mijn zus en zwager, gaat ook mee naar het rietland. Hij is al een stuk ouder en durft wel de grote rietwereld in te gaan.
Ook hij heeft een belangrijke taak, hij vangt namelijk muizen en mollen.
Hij speurde en groef en speurde en groef...
...maar hij had niet zijn dag. Hij ving niets. Het zal wel komen door de aanwezigheid en de druk van de fotograaf...
Na het harde werken was er tijd voor een speelkwartiertje, Kelev haalde Rhena op uit de auto.
Maar Rhena durfde niet.
Haar baasje moest eerst komen om toestemming te geven.
Het zijn twee dikke vrienden.
Kelev legde even zijn vieze poot op het witte bontje, zo moesten de beide vriendjes bij thuiskomst schoongepoetst worden.
Na het speelkwartiertje was het tijd om naar huis te gaan. Rhena nam haar vertrouwde plekje weer in...
en ook Kelev nam zijn plekje in tussen de benen van onze neef.
De hele groep ging naar huis om daar lekker onderuit te zakken en te genieten van de zaterdagavond en vrije zondag.
Woensdag 18 Februari 2015 om 14:56
Op dezelfde dag toen ik deze foto's nam, maakte ik ook onderstaande serie foto's. Als het riet is uitgekamd met de kammachine blijft er een grote hoeveelheid ruigte (afval) over. Deze hopen met ruigte worden in het rietland meteen verbrand.
Toen ik onze neef daar zo bezig zag met al de rook om zijn hoofd dacht ik aan dit lied van Boudewijn de Groot.
Het lied slaat op sigarettenrook. Sigarettenrook is na vrijdag voor hem verleden tijd, althans zo is zijn goede voornemen. Het roken in het rietland zal hij wellicht nog jaren doen.
Boudewijn De Groot - Als de rook om je hoofd is verdwenen
Valt het je op dat de zon feller schijnt
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Valt het je op dat de wind harder waait
als je hem tegen hebt in plaats van mee.
't Is koeler in huis dan aan zee
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Je kerft je naam in de nerf van een boom
en niemand weet ooit wie je bent.
De boswachter glimlacht als hij je herkent,
je drijft langzaam mee met de stroom
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als er gebeld wordt, verlaat je het pand
en je loopt langs de trap naar beneden.
De tramconducteur voor de deur op de stoep
knikt je zwijgend maar zeer beleefd toe.
Je wilt wel wat zeggen maar je bent veel te moe
want je komt langs de trap naar beneden.
Je verduistert de zon met de wind in je rug,
de tramconducteur schudt zijn hoofd.
Vandaag is er niemand meer die hij gelooft,
zijn blindenstok tikt op de brug.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Valt het je op dat de dag langer duurt
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Valt het je op dat de nacht warmer is
als de nevel je ogen verzwaart,
de kaars waar je samen naar staart
als de rook om je hoofd is verdwenen.
De klok en de klepel verzetten de tijd,
je glijdt in een sneeuwdiepe kuil.
Ze vragen de morgen, je geeft hem in ruil
voor het ei dat je eet bij 't ontbijt.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Het idee van het plaatsen van een songtekst komt bij Klaproos vandaan.
Toen ik weer thuiskwam rook ik helemaal naar de buitenlucht en rook. Als ik dat ruik dan moet ik nog altijd aan mijn vader denken. Mijn vader rook ook altijd zo als hij uit het rietland kwam. Een fijne herinnering aan mijn lieve vader, hij is 18 jaar geleden overleden.
Maandag 16 Februari 2015 om 12:15
Een aantal weken geleden ging ik op een mooie zaterdag, in de namiddag naar het rietland.
In de natte rietkragge was mijn zwager aan het maaien.
De gemaaide bosjes mogen niet in het natte land blijven liggen.
Door de bosjes rechtop tegen elkaar aan te zetten ontstaan er rietschoven.
Op deze manier kan het riet iets beter drogen.
Deze bosjes worden later met behulp van een kammachine ontdaan van de ruigte (afval).
Omdat het voor de mannen bijna weekend was, moesten deze bosjes wachten tot maandag, voordat ze werden uitgekamd.
De mannen waren met hun auto's en machines vertrokken, het werd stil in het veld. Ik maakte nog een aantal foto's en toen werd het ook voor mij tijd om naar huis te gaan.
Vanochtend lag er rijp op de velden. Het was prachtig weer en daarom ging ik weer naar het rietland. Ik heb daar een paar uur heerlijk rondgestruind. Daarover later meer.
Vrijdag 13 Februari 2015 om 20:02
Op deze zonnige dag was ik aanwezig bij de afscheidsdienst en begrafenis van de moeder van mijn lieve vrienden. Het was een mooie dienst en het was goed om er te zijn. In deze dienst keken de kinderen en kleinkinderen met een dankbaar gevoel en vol liefde terug op hun moeder en oma.
Aan het eind van deze middag had ik behoefte om met de camera naar buiten te gaan. Ik koos als locatie mijn geboortegrond en reed langs het huis van onze overleden moeder. Als je andermans moeder begraaft, begraaf je ook weer een beetje je eigen moeder ...
Na de blik op het huis van onze moeder reed ik over "onze brug" naar Wetering West.
Mijn eega had mij woensdag verteld dat men een test ging doen met het waterbergingsgebied aan Wetering West. Ik wilde wel even met eigen ogen zien hoe dat ondergelopen gebied eruit zou zien.
In de berichten op internet had ik het volgende gelezen. Waterschap Reest en Wieden heeft op woensdag 1 miljoen kubieke meter water gepompt in Wetering West, het grootste waterbergingsgebied van Overijssel. Het gebied ligt bij natuurgebied de Weerribben in de Kop van Overijssel. Het ging om een testcase waarbij vooral gelet werd op de oevers en de sluis. Wetering West is samen met Wetering Oost één van de grootste gestuurde waterbergingsgebieden in Nederland. De beide bekkens hebben een opslagcapaciteit van 2,5 miljoen kubieke meter water. De polder Wetering West grenst aan de west- en noordzijde aan het natuurgebied de Weerribben en aan de zuidzijde aan de N333. Ten zuiden van de N333 ligt het natuurgebied de Wieden. Aan de oostzijde wordt het gebied begrensd door de kade van het kanaal Wetering, met daarop lintbebouwing. De verwachting was dat het retentiegebied donderdag volledig was volgestroomd. Omdat ik moest werken kon ik niet aanwezig zijn bij de handeling.
Ik parkeerde mijn auto bij de waterinlaat.
Op de oever van het retentiegebied lagen rijplaten, er stond een kraan en er stond een groot aantal big bags.
Ik speurde het gebied af op zoek naar de enorme watermassa, maar zag eigenlijk niets anders dan anders.
Nadat ik de beide waterstanden had vastgelegd zag ik dat het peil in de retentiepolder een meter lager was dan aan de kant van de inlaat. Ik trok de conclusie dat ze het water, in tegenstelling tot de planning, na de test meteen weer hebben weggepompt.
Ik zag wel een afgebrokkelde kade.
Nog een laatste blik op de ondergaande zon aan Wetering West. Op de terugreis maakte ik wederom een stop bij het huis van onze moeder en dwaalde om het huis.
Ik mis haar nog steeds...
Toen ik thuis kwam hoorde ik van mijn eega het laatste nieuws. De test was wel doorgegaan maar niet vlekkeloos verlopen. Door de inlaat van het kolkende water is een deel van de kade ingestort, de test is daarom gestopt. Zie ook hier
Woensdag 11 Februari 2015 om 22:17
Het is wat bijzonder dat ik jullie in de winter meeneem naar de ooievaars, deze behoren immers in het warme Afrika te zitten. Vandaag laat ik jullie foto's zien van de thuisblijvers. De fotoserie lardeer ik met informatie over de ooievaar. Deze informatie komt van de borden die staan opgesteld bij De Lokkerij in het Drentse dorp De Wijk.
Onderstaande foto maakte ik vanaf de plaats waar ik mijn auto had geparkeerd. Ik liet deze foto al zien in de serie over het Reestdal. In de verte staan twee stipjes, op de foto gemarkeerd met een rode pijl. Het bleken twee ooievaars te zijn. Ik steunde met mijn Sony compactcamera op de dampaal en zoomde maximaal in op de ooievaars.
Jonge ooievaars leren vliegen als ze tussen de 60 en 80 dagen oud zijn. Hun donskleed hebben ze dan al lang ingewisseld voor een mooi zwart/wit verenkleed. Wanneer de jongen eenmaal kunnen vliegen begint het bloed te kriebelen, ze willen naar Afrika. Meestal vertrekken de jongen één tot twee weken voordat de ouders aan de lange trektocht beginnen. Grote groepen jonge ooievaars verzamelen zich in juli en augustus om samen te vliegen.
Ooievaar, hoog in de lucht te zien vliegen is een bijzonder mooi gezicht. Toch hebben ooievaars een hekel aan vliegen. Ze zweven veel liever. Dat doen ze door gebruik te maken van opstijgende warme lucht, ook wel thermiek genoemd. Al zweefvliegend bereiken ze de Middellandse zee. Zonder deze techniek zou het onmogelijk zijn voor de ooievaars om de 8.000 kilometer naar Afrika af te leggen. Omdat er boven water weinig thermiek is, vormen grote wateroppervlaktes, zoals de Middellandse zee, een groot probleem. In grote groepen maken de ooievaars via de Rots van Gibraltar of de Bosporus de oversteek naar Afrika. Ze kiezen een route met een zo kort mogelijke afstand boven water.
Het ideale broedgebied voor ooievaars bestaat uit een (half)open landschap. Met veel afwisseling in grondgebruik en begroeiing. In ieder geval moet er op geringe afstand van het nest volop vochtig ruig grasland aanwezig zijn. Van oudsher waren dat hooilanden die in Drenthe te vinden waren in de beekdalen en veenweidegebieden. De hoge grondwaterstand maakte een intensief landbouwkundig gebruik van deze gebieden onmogelijk. Het beheer van deze landen bleef dan ook beperkt tot hooien. Veel plekken hadden daardoor een ruige begroeiing wat gusntig was voor allerlei prooidieren zoals muizen, kikker sen grote insecten. Ook het Reestal waarin De Lokkerij is gevestigd is zo'n kenmerkend beekdal. Rond het begin van de 20e eeuw werden er in het reestdal ruim 40 jonge ooievaars geboren. Met de intensivering van de landbuw, de komst van pesticiden en de verlaging van het grondwater werd het leefgebied van de ooievaar drastisch ingeperkt. Met als triest gevolg een daling van het aantal ooievaars.
Het Reestdal is een goed voorbeeld van een oud Drents cultuurlandschap. Hier komen nog veel landschapskenmerken voor die voor de ooievaar van groot belang zijn. De Stichting Het Drentse Landschap heeft voor het Reestdal een beheersplan ontwikkeld, gericht op behoud en uitbreiding van de typische landschapskenmerken. In het gehele dal worden geen pesticiden gebruikt en ligt het bemesten van de grond aan banden. Ook is de grondwaterstand waar mogelijk weer op het oude peil teruggebracht. In het Reestdal treft u nu een gevarieerd beekdallandschap aan, een waar paradijs voor de ooievaar.
Toen ik na mijn wandeling langs de Reest via Schiphorst terugreed naar Meppel, stopte ik onderweg nog een aantal malen om ooievaars vast te leggen.
Na hun lange trektocht vanuit Afrika komen de mannetjes vaak als eerste op het nest aan. Enkele dagen daarna komt het vrouwtje. de ooievaars zijn elkaar niet eeuwig trouw. Toch komt het heel regelmatig voor dat dezelfde ooievaars jaren achter elkaar met elkaar paren. Dit komt omdat beide vogels terugkeren naar hetzelfde nest, ze zijn namelijk heel nesttrouw. De vogels begroeten elkaar met een luid geklepper van de snavels. Daarbij wordt de kop achterover in de nek gelegd en slaan ze met de snavelhelften op elkaar.
Ooievaars bouwen hun nest het liefst op een vlakke ondergrond. Vroeger, toen huizen nog echte schoorstenen hadden, bouwden ze daar vaak hun nest. Soms tref je een ooievaar in een boom aan waar takken zorgen voor een min of meer vlakke ondergrond. Op De Lokkerij maken de ooievaars gebruik van bomen, het dak en door de mens gemaakte paalnesten. Deze nesten staan op een houten paal en hebben net als een bed, een lattenbodem. De randen van een nieuw nest bestaan uit gevlochten takken. Ook de bodem wordt bedekt met kleie takken. Hieraan bouwen de ooievaars zelf verder. Zodra het mannetje uit Afrika terug is begint hij met het fatsoeneren van het oude nest. Als het vrouwtje komt, kan worden begonnen met het paren.
Om de ooievaars in Nederland voor uitsterven te behoeden, nam Vogelbescherming Nederland, naar Zwitsers voorbeeld, al in 1969 het initiatief om een netwerk van ooievaarsbuitenstations op te zetten. In deze stations werden ooivaar gefokt en tijdelijk in gevangenschap gehouden om later in de natuur uitgezet te worden.
In Noord-Nederland werd in 1981 het Drentse ooievaarsstation De Lokkerij opgericht. Dit gebeurde naar aanleiding van het jubileum van Natuurbeschermingsvereniging IJhorst-Staphorst en Omstreken. Omdat de familie Koopman in de landeijke omgeving van de Reest woonde, stelde zij hun erf beschikbaar voor een ooievaarsbuitenstation. Ze konden niet vermoeden dat het uiteindelijk zou uitgroeien tot een zeer succesvol ooievaarsstation.
Het station startte met twee broedparen en met 10 jonge ooivaars. Inmiddels is het aantal broedparen op De Lokkerij en in de wijde omgeving uitgegroeid tot ruim 100. De onstuimige groei van het ooievaarsstation maakte verzelfstandiging noodzakelijk. Daarom werd de Stichting Ooievaarsbuitenstation De Lokkerij in 1990 opgericht. De bestuursleden, werkgroepleden en andere vrijwilligers van de Stichting onderhouden het station, geven voorlichting, verzorgen de vogels wanneer dat noodzakelijk is en zamelen geld in.
Dankzij het natuurbeheer van de natte hooilanden langs de Reest is de omgeving van De Lokkerij een ideaal woongebied voor ooievaars. De Stichting "Het Drents Landschap" beheert zo'n 600 hectare natuurgebied in het Reesdal. Ook heeft de Stichting de zorg over tientallen boerderijen en beheert zij het nabij gelegen Landgoed De Havixhorst waar De Lokkerij ooit deel van uitmaakte. In de oude geschriften wordt dit pand Lutke Havixhorst, oftewel De Kleine Haixhorst genoemd. Sinds 1999 behoort het onroerend goed van De Lokkerij weer bij het landgoed.
Even een paar getallen:
hoogte ongeveer 100 cm
spanwijdte ongeveer 250 cm
gewicht man ongeveer 4,5 kg
gewicht vrouw ongeveer 3,5 kg
leeftijd 0 tot 40 jaar
legsel 2 tot 7 eieren
broedduur minimaal 32 dagen
geboortegewicht 40 tot 90 gram
vliegen na 60 tot 80 dagen
geslachtsrijp na 2 tot 3 jaar
Pas op de computer zag ik dat deze ooievaar nogal gehavend was. Misschien heeft de vogel gevochten of is het maximaal aantal vlieguren bijna bereikt.
Het is maar goed dat deze ooievaar thuisblijft en niet meer de lange reis naar Afrika maakt. De ooievaar had er ook een hard hoofd in.
Zondag 08 Februari 2015 om 13:39
Nu de sneeuw is weggesmolten wordt het tijd om jullie weer mee te nemen naar het groene Reestdal. Zoals ik hier al schreef parkeerde ik mijn auto nabij de Beugelenbrug. In die serie nam ik jullie mee over de Overijsselse oever van de Reest, nu steken we de brug over en gaan we verder wandelen in Drenthe.
De Reest, ook wel de 'Grootvorstin van Drenthe's stromen' genoemd, is de 35 kilometer lange grensrivier tussen Drenthe en Overijssel. Traag stromend en slingerend voert de Reest haar water van Drogteropslagen bij Dedemsvaart naar Meppel. Het Reestdal heeft een geheel eigen karakter en is niet echt te vergelijken met de andere beekdalen in Drenthe. In feite rijgt de Reest landgoederen, heideterreinen, bossen, beekdalgraslanden en sfeervolle boerderijen, als parels aan een ketting, aaneen. De zuidzijde van het beekdal wordt beheerd door 'Het Overijssels Landschap'.
Het Reestgebied kende tot aan de Middeleeuwen nauwelijks bewoning. Het was toen een uitgestrekt, vrijwel ontoegankelijk veengebied met hier en daar moerasbossen. Archeologische vondsten uit de prehistorie of de Romeinse tijd ontbreken in dit deel van Drenthe dan ook geheel. Pas in de loop van de Middeleeuwen ontgonnen individuele boeren en monniken van het klooster van Dickninge stukken grond tot akker of hooiland. In dit uitgestrekte moerasgebied werden de boerderijen vooral gesticht op de drogere zandkoppen, ook wel horsten genoemd. Oude hoevenamen als De Schiphorst, De Lindenhorst, De Havixhorst en De Hoge Linthorst getuigen hier nog van. Met name langs de middenloop van de Reest ontstond op deze manier een landschap met verspreid liggende boerderijen, het zogenaamde hoevenlandschap. Het Drentse esdorpenlandschap, dat grote delen van Drenthe typeert, ontbreekt hier zelfs geheel. Vanaf de 60-er jaren zijn delen van het Reestdal verworven door de Het Drentse en Het Overijssels Landschap.
Bij de bouw van het klooster in de veertiende eeuw werd de Reest als een singelgracht rond het complex geleid. Vaak wordt de gracht de Lekke genoemd.
Een stuw in de Reest moest ervoor zorgen dat er altijd water in de Lekke stond. Bij de stuw lag een profijtelijke aalstal: een plek waar paling gevangen werd.
De stroming nog een keer met lange sluitertijd.
Het Reestdal is van nationaal belang als groeiplaats voor zeldzame moerasplanten, zoals Grote pimpernel, Noordse zegge, Stijf struisriet, en Draadrus. Orchideeën komen in het Reestdal niet voor, maar het zeldzame Moeraskartelblad wordt wel de "orchidee" van het Reestdal genoemd. Op de oude muren rond De Havixhorst groeit de zeldzame Muurvaren. In de tuinen van het landgoed Dickninge trekt de overdadig bloeiende Holwortel in het vroege voorjaar veel belangstellenden.
Dit afwisselende landschap vraagt om een gevarieerde beheersaanpak. Een belangrijk deel van het beheerswerk borduurt in feite voort op de ouderwetse boerenbedrijvigheid. De werkzaamheden bestaan onder meer uit het hooien van de natte madelanden langs de beek, het begrazen met schapen en runderen van de hoger gelegen heidegronden en het verbouwen van graan op de kleine kampen op de zandkoppen in het beekdal. Kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen zijn vanzelfsprekend taboe, omdat de natuurwaarden op de eerste plaats staan. 'Het Drentse Landschap' besteedt ook veel aandacht aan het beheer van de gebouwen, om hiermee de cultuurhistorische waarden van het Reestdal in stand te houden.
Oorspronkelijk was het huis Dickninge een Benedictijner klooster. In 1325 verhuisden de monniken en nonnen vanuit het drukke Ruinen naar deze eenzame plek aan de oever van de Reest. Toen het klooster - net als alle andere katholieke eigendommen in Drenthe - in 1602 eigendom werd van de Landschap Drenthe, verkeerde het complex in een buitengewoon slechte staat. Een blikseminslag gaf het gebouw later het laatste zetje. Ook het kloostergebouw, waar een rentmeester namens de Landschap Drenthe zijn intrek in genomen had, moest het lange tijd zonder onderhoud stellen. In 1796 werd Reint Hendrik de Vos van Steenwijk eigenaar van het kloostercomplex en het landgoed. Hij liet het oude Rentmeestershuis afbreken. Op die plek verscheen in 1813 het huidige gebouw dat naar de mode van die tijd in neoclassicistsche stijl opgetrokken werd. Het huis wordt nog steeds particulier bewoond. De familie Roëll, die eigenaar van het landgoed Dickninge is, besteedt veel zorg aan het behoud van dit kwetsbare gebied.
Ik heb het huis uitgebreid van twee kanten bekeken en ik kwam tot de conclusie dat het echt scheef stond, dat is op de foto ook te zien. Naderhand moest ik de neiging onderdrukken om het huis recht te zetten.
Het uitgestrekte dal van de Reest biedt leefruimte aan de meest uiteenlopende soorten dieren. Het Reestdal is één van de schaarse plekken in Nederland waar Dassen nog een redelijk onbezorgd leventje kunnen leiden. De vele bosjes en houtwallen in het beekdal bieden dit dier puike woonplekken. De vochtige graslanden leveren veel Regenwormen, wat voor deze nachtelijke scharrelaar een belangrijk voedsel is. Behalve wormen zitten er ook veel zeldzame Moeras- en Zompsprinkhanen in de natte graslanden.
Na bovenstaande wandeling was ik weer aangekomen bij de Beugelenbrug. Vanaf die plaats reed ik naar De Havixhorst.
In 1371 bezat Reijnolt van den Clooster bij de Reest een aanzienlijk erf op de ‘Havehorst’. Juist in deze periode in de middeleeuwen werden veel rivierduintjes in het Reestdal vanuit Drenthe gekoloniseerd. De in Drenthe invloedrijke Van den Cloosters hadden de hand weten te leggen op een prima plek in de vruchtbare
benedenloop van de Reest. In 1658 kwam het landgoed in eigendom van het geslacht De Vos van Steenwijk. De familie had haar machtsbasis in het land van Vollenhove opgebouwd. In 1753 liet Jan Arent Godert de Vos van Steenwijk het vervallen oude gebouw afbreken. Er verrees een in die dagen zeer modieus landhuis in de Lodewijk XV-stijl. De familie De Vos van Steenwijk bleef tot 1956 op De Havixhorst wonen. Sinds 1981 is Het Drentse Landschap eigenaar van het landgoed. In de havezate is een gerenommeerd hotel-restaurant gevestigd.
Aanvankelijk waren de pacht van de boerderijen plus de opbrengst van de eigen agrarische productie de belangrijkste bronnen van inkomsten. Sinds de achttiende eeuw echter draaide het op De Havixhorst vooral om de houtteelt. Een brede laan liep dwars over het landgoed naar de Hoogeveensche Vaart. Daar
werd het hout in de schepen geladen die hun vracht richting Meppel vervoerden. Aan het begin van de negentiende eeuw stond er op het landgoed ruim 42 hectare productiebos, een voor Drentse begrippen in die tijd een onwaarschijnlijk groot oppervlak. De huidige structuur van het landgoed wordt nog steeds voor een belangrijk deel bepaald door die houtteelt van weleer.
Nadat ik enkele foto's van het vooraanzicht van de Havixhorst had gemaakt reed ik naar de parkeerplaats aan de achterkant. Vandaar wandelde ik naar het ooievaarsbuitenstation "De Lokkerij".
Vanuit het ooievaarsbuitenstation De Lokkerij bij De Wijk vindt herintroductie van Ooievaars plaats. In het Reestdal bevindt zich tevens de laatste voortplantingsplaats van Boomkikkers in Drenthe. Het Reestdal is dan ook het enige gebied in Nederland waar zeldzame Boomkikkers nog "ouderwets" belaagd kunnen worden door eveneens zeldzame Ooievaars. Kerkuilen jagen daarentegen liever op muizen. In veel van de monumentale boerderijen in dit gebied brengen deze nachtelijke jagers hun jongen groot. De volgende keer neem ik jullie mee naar De Lokkerij en de ooievaars.
Bron: klik hier
Vrijdag 06 Februari 2015 om 21:18
De weersverwachting voor de komende dagen is dat de temperatuur gaat stijgen en dat we afscheid gaan nemen van het winterse weer. Voordat het zover is neem ik jullie nog een keer mee naar een besneeuwd landschap ten oosten van Drachten. Woensdagochtend en woensdagavond trokken er over Drachten een fikse sneeuwbuien. Het was mooi om daar vandaag in het winters landschap te vertoeven.
Jan is gelukkig weer zover hersteld van zijn longonsteking dat hij vandaag samen met mij een fotokuier kon maken. Jan stelde voor om naar de Leijen te gaan. We parkeerden onze auto bij het Paviljoen de Leyen.
Het was helder weer en in het zonnetje en uit de wind was het daar goed toeven.
De ijsvlakte lijkt tot aan de horizon door te lopen, maar schijn bedriegt. Even later stonden we aan de overkant en daar zagen we een heel ander beeld.
Nadat we een tijdje hadden rondgelopen aan de oostkant de Leijen, nabij het paviljoen stapten we in de auto om de weg te vervolgen naar de andere kant. Onderweg stopten we bij een besneeuw weiland met ganzen. Tussen de ganzen stapte een zilverreiger.
Een klein groepje koos het luchtruim.
We parkeerden aan de Doktersheide, aan de westkant van de Leijen en wandelden over de besneeuwde vlonder naar het prieeltje.
De zon legde een zilveren glans over het riet.
De oostenwind maakte het vandaag koud en in het prieeltje stonden we precies in de koude wind. We hielden het dan ook al snel voor gezien. Vanaf deze kant is te zien dat de ijsvlakte maar een klein gedeelte van de Leijen bedekte. Aan de horizon is het paviljoen te zien.
Toen we terugliepen over de vlonder kwamen we na de eerste bocht in de luwte en dat voelde gelijk een stuk aangenamer. Jan zette de macro voorzetlens op zijn camera en probeerde sneeuwkristallen vast te leggen. Op mijn beurt legde ik dat proces vast.
Ook maakte ik foto's dat hij weer vanuit deze hurkstand in de benen ging. Jan heeft door zijn MS een wankel evenwicht en daardoor viel hij bij het opstaan bijna voorover. Het ging nog maar net goed, hij belande bijna naast de vlonder in de rietkragge. Het neervleien op de hurken wil nog wel, maar het weer in de benen komen kost hem steeds meer moeite. Met Jan zijn toestemming plaatste ik deze collage.
We kwamen een man tegen met opvallende stappers. Op klompen lopen in de sneeuw is niet handig en dat had deze man zelf ook wel ervaren.
Hij vertelde over zijn speciale klompen. Er stond een afbeelding op van een haan en een hen van een kippensoort die hij zelf fokte en waar hij vele prijzen mee won. De Minorca.
Na ons praatje liep het echtpaar door naar het prieeltje en wij keerden terug naar de auto.
Deze prachtige dag met deze winterse taferelen hebben we toch maar mooi weer meegepakt.
Dinsdag 03 Februari 2015 om 19:29
Toen ik na werktijd langs de Blessebrugschans reed zag ik dat daar nog relatief veel sneeuw lag en dat er een ijsvloertje lag op het ondergelopen weiland. Aan het eind van de middag ging ik daarom naar de Blessebrugschans.
In afwachting van de zonsondergang en om mijzelf warm te houden maakte ik daar een korte wandeling. Zonder verder commentaar neem ik jullie mee.
Toen ik na mijn fotosessie thuiskwam waren mijn eega en onze zoon in de voortuin bezig met vogelvoer en een vangnet. Ze hadden een vreemde vogel gehoord en ontdekt in de boom en probeerden die vangen. Tot mijn grote verbazing is dat ook nog gelukt. Het is een Amazonepapegaai. De papegaai hebben ze in ons multifunctionele caviahok gezet en voorzien van water en voer. Morgen gaan ze verder met het navragen wie er een papegaai mist.
Zondag 01 Februari 2015 om 17:18
Op deze grijze zondag neem ik jullie nog een keer mee naar de sneeuwpracht van vrijdag j.l. Naar een fotoserie van een bijzondere ontmoeting...
Afgelopen zomer stond er naast ons op de de camping een echtpaar die twee Siberische husky's bij zich hadden. Ik vond het prachtige honden, maar daarbij had ik ook geobserveerd dat het wel honden waren met een gebruiksaanwijzing. Ik raakte met de buren aan de praat en zij vertelden mij meer over de eigenschappen van deze honden. Tussen de foto's zal ik wat meer vertellen over deze eigenschappen.
Eén van de twee husky's had twee verschillende kleuren ogen, dat is een eigenschap die bij dit ras veel voorkomt.
Vrijdag j.l. trof ik op mijn pad twee husky's. Toen ik de eigenaar met deze twee husky's ontmoette heb ik nog wel gerefereerd aan deze reclame. Een husky in de sneeuw spreekt mij meer aan dan een husky in de zomerzon. Het verbaasde mij dat deze beide honden los konden lopen, husky's staan er namelijk om bekend dat ze niet altijd goed luisteren. De eigenaar vertelde mij dat zijn honden over het algemeen wel goed luisteren en als ze dat niet doen, hij ze corrigeert hij met een stroomstootje. De honden hebben een band om de hals en hij heeft een afstandbediening in de broekzak. Nu wil ik over de voors en tegens van deze methode hier niet gaan discusseren, want deze discussie wordt al volop gevoerd bij de hondenbezitters, zo vertelde mij deze man.
De Siberische husky werd gefokt door de nomadenstam van de Chuci's, een aan de Eskimo verwante stam uit het bekken van de Kolyma en de voet van het Cherski Gebergte. Het is een oud ras, dat jarenlang een dubbelrol had als sledehond en gezelschapshond. Het ras werd uit lokale rassen gefokt om een ras te krijgen met sterk uithoudingsvermogen en veel kracht. De precieze afkomst is onduidelijk. Het is een hond gebleven met prima werkeigenschappen en is één van de liefste variëteiten binnen de sledehonden.
De Siberische Husky wil veel aandacht hebben en wil daarbij veel bewegen. Om zijn energie kwijt te kunnen kan een Husky sloopgedrag vertonen, zeker wanneer hij of zij nog een puppy is. Deze eigenaar gaat vier keer per dag een half uur met deze honden wandelen. In het weekend wandelt hij nog veel langer.
De Husky is een hond die goed voor zichzelf kan zorgen, maar niet graag alleen is. Dit komt omdat de Husky van oorsprong een roedeldier is en vaak omgeven is met andere honden of eventueel andere dieren. Het is altijd aan te raden om te kijken of er ruimte is voor twee Husky’s of eventueel een kat.
Als er een ras is wat lichtelijk moeilijk opvoedbaar is dan is het de Husky. Door zijn oerachtergrond is de Husky niet gewend te luisteren naar de mens. Uiteraard is dit wel aan te leren, alleen vergt het een stuk meer tijd dan men gewend is van een ander hondenras. Wanneer de Husky eenmaal luistert is het een van de fijnste honden die je je maar voor kunt stellen. De Husky is waakzaam over zijn roedel en beschermt hen als geen ander. Hij of zij is zeker in staat tot een hechte vriendschap. Men moet er wel rekening meehouden dat de Husky af en toe de neiging kan hebben alleen te luisteren wanneer hij of zij dat wilt. Om een Husky te houden dient men wel over een berg engelengeduld te beschikken.
De Husky kan er ineens vandoor schieten als hij of zij een kat, konijn of kip ziet lopen. Dit is het jachtinstinct van het ras. Van oudsher zit dit er al ingebakken en dit gaat er ook zeer moeilijk uit. Los laten lopen is daarom ook zeker af te raden, tenzij men er zeker van is dat de hond goed luistert en direct terug komt lopen wanneer men hem of haar roept.
De Husky heeft een dubbele vacht die hem beschermt tegen alle weersomstandigheden. De Husky is een van de schoonste hondenrassen ter wereld en zal zelden stinken of in ieder geval voor een zeer korte tijd wanneer hij of zij bijvoorbeeld te water is geweest. De dubbele vacht heeft als nadeel dat de Husky vaak in de rui is en ontzettend veel haren kan verliezen. Dit zorgt voor vele dagen stofzuigen en alles goed schoonmaken. Een volle vuilniszak met haren van je hond is de normaalste zaak van de wereld bij een Husky.
De Siberische Husky kan vrij slecht tegen warmte. Men moet de hond dan ook alle ruimte geven wanneer het plus minus 25 a 30 graden is. Men moet zorgen voor voldoende drinkwater en laten afkoelen wanneer hij of zij dat wil. Op warme dagen mag men niet lang wandelen en zeker niet fietsen of steppen.
De husky mag graag graven en is regelmatig op zoek naar iets in de grond. Volgens deze eigenaar zijn ze op zoek naar iets wat er ontbreekt in hun voedsel, wat dat dan is daar was deze eigenaar nog niet achter.
Het is heel belangrijk dat men goed nadenkt voordat men überhaupt een hond aanschaft. Daarnaast is het belangrijk om te kijken wat voor ras bij je leefomstandigheden past en dat geldt zeker voor de Siberische husky.
Misschien is het jullie al opgevallen, maar dit fotomodel is iets forser dan de Siberische husky. Deze hond heeft bloed in zich van de Alaska Malamute
Hierboven heb ik een aantal aspecten genoemd die men zou kunnen bestempelen als nadelen van de Siberische husky. Waarom kiezen mensen dan toch voor de Siberische husky als hond en wat is er zo bijzonder aan dit hondenras? De Siberische husky is:
• Robuust en sterk, met een groot uithoudingsvermogen
• Goed geschikt als een metgezel of werkhond
• Past zich moeiteloos aan
• Rustig. Niet echt een blaffer.
• Vriendelijk bij onbekenden/vreemden.
• Speels en zeer energiek
Husky’s kunnen zeer goede familiedieren worden. Mits goed opgeleid, kunnen zij zeer goed met mensen, kinderen en andere honden omgaan.
Tot slot nog een foto van de sledehonden, tentoongesteld tijdens de World Press Photo tentoonstelling in Groningen. Mijn lievelingsfoto.