Zaterdag 30 Augustus 2014 om 17:14
Tijdens onze vakantie maakten we een wandeling in De Slufter. Dit prachtige natuurgebied is ontstaan door dijkdoorbraken en onder invloed van getijden. Omdat we van plan waren een fikse wandeling naar de zee te maken en omdat het hard waaide besloot ik om mijn Canon 5D thuis te laten en te kiezen voor de compacte Sony Cybershot.
De Slufter is een uniek gebied, doordat het in open verbinding staat met de Noordzee. Na een aantal mislukte pogingen om er een landbouwpolder van te maken, werd aan het begin van de 20e eeuw besloten het zeegat open te laten.
Bij vloed loopt het zeewater van de Noordzee tot achter de duinen.
De vloed zorgt voor de aanwas van veel kleine dieren en voedingsstoffen. Bij eb vormt het slib van het zeewater rustige poelen en een krekenstelsel. Er ontstaat een rijke vegetatie die op zijn beurt een trekpleister is voor grote aantallen vogels. Het grootste deel van De Slufter wordt als vogelreservaat beheerd; alleen het zuidelijke gedeelte is vrij toegankelijk.
In het noordelijke stuk broeden veel vogels, zoals eidereend, bergeend en kluut. Daarnaast is natuurgebied De Slufter een foerageer- en rustplaats voor de lepelaarskolonie van het aangrenzende natuurgebied De Muy. Ook de bruine en de blauwe kiekendieven, de aalscholvers, de rietzangers vinden hier hun eten. In de Sluftergeul leven zeedieren als krabben, garnalen en platvis.
De Slufter wordt beweid door schapen, die door het eten van de kwelderplanten bij voorbaat al gezouten zijn. Kenmerkend voor De Slufter is de kweldervegetatie met planten als zoutmelde, zeekraal, de geurige zeealsem en het lamsoor, waarvan de bloemen in de zomer het hele gebied paars kleuren.
Onderstaande foto is gemaakt tijdens de vakantie vorig jaar. We waren toen acht dagen later in De Slufter dan dit jaar. De lamsoor bloeide toen nog volop, terwijl dit jaar de lamsoor nagenoeg was uitgebloeid.
Dichtbij de Noordzee bleven we een tijdje staan bij een brede geul. Het werd eb en het water kolkte terug naar de zee. In het midden van de geul leek het diep en de stroming was zeer sterk. Het leek me dat je niet in het water moest vallen, want dan zou je het niet winnen van de sterke stroming.
Terwijl ik al fotograferend door de zoeker keer, verscheen er plotseling een viervoeter in beeld.
Deze jongen liep over de rand en trapte met zijn linker voet steeds een stukje van de rand af. Eén verkeerde stap en hij zou in het kolkende water belandden. Deze jongen heeft een leeftijd waarbij hij de gevaren niet overziet. Zijn vader, die toekeek had volgens mij wijzer moeten zijn. Ach, misschien zie ik wel teveel gevaren in het leven ...
Eenmaal aangekomen op het strand zagen we een dreigende lucht aankomen.
Gelukkig had ik een plastic draagzak mee waar de camera in zou kunnen en voor de rest rekenden we erop dat we een dikke regenbui over ons heen zouden krijgen.
We begonnen snel aan onze terugtocht.
Wonder boven wonder schampte de bui langs ons en kregen we uiteindelijk maar tien druppels regen.
Aan het einde van onze wandeling zagen we dit tafereeltje. Moeders kon roepen wat ze wilde, maar hij bleef in het water.
Uiteindelijk moest ze het mannetje bij de arm pakken om hem op het droge te krijgen. Ze glimlachte wel om deze actie of ze verbloemde haar boosheid omdat er veel publiek bij stond.
Donderdag 28 Augustus 2014 om 21:33
Toen wij ons huis ruim twintig jaar geleden kochten, stond de tuin vol met springbalsemien. Nadat we de sleutel van het huis hadden gekregen zijn we wekenlang bezig geweest met het verven en sauzen van het interieur. Binnen rook je de doordringende geur van terpentine en verf en buiten was de lucht bezwangerd met de geur van de springbalsemien.
De tuin hebben we door de jaren heen veranderd en de spingbalsemien was zo gaandeweg uit onze tuin verdwenen. Jaren geleden beschouwden we de spingbalsemien als een onkruid. De zaadjes sprongen overal heen en de plant kwam overal op, ook op plaatsen waar we deze niet wilden hebben.
Vorig jaar zeiden mijn eega en ik tegen elkaar dat we het wel leuk zouden vinden als de springbalsemien weer terugkomt in onze tuin. Hoe komt het dat we jaren geleden vonden dat de springbalsemien moest verdwijnen en dat deze nu weer terug mag komen in onze tuin? Afgelopen week las ik in Psychologie Magazine dat iedere tien jaar onze smaak verandert. Eten wat je tien jaar geleden lekker vond, vind je nu misschien helemaal niet meer lekker. Kleuren die je toen mooi vond, vind je nu helemaal niet meer mooi. En ga zo maar door. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor de terugkomst van de springbalsemien in onze tuin.
Het is niet zo moeilijk om de springbalsemien in de tuin te krijgen, je gaat op zoek naar springbalsemien in de natuur, je neemt de zaadjes mee naar huis en strooit ze gewoon op de grond. En voordat je het weet staat de border weer vol met springbalsemien.
En met de komst van deze plant hebben we veel nieuwe gasten erbij gekregen. Het is in onze tuin een gezellige boel.
Een aantal planten is bedekt met luizen. En waar luizen zijn, zijn ook mieren.
Naast de luizen schoof er ook een grote gast aan tafel.
Bladluizen leven van sap, dat ze met hun zuigsnuit uit planten halen. In dat sap zit meer suiker dan een bladluis nodig heeft. Het teveel wordt afgegeven als een zoete vloeistof, bekend als honingdauw. Mieren lusten graag honingdauw. Ze stimuleren de bladluizen met hun sprieten om honingdauw af te geven. Ze melken de bladluizen. De bladluizen voorzien de mieren dus van honingdauw en in ruil daarvoor geven de mieren hen bescherming. Wanneer bijvoorbeeld een lieveheersbeestje langskomt, zullen de mieren het roofdier aanvallen en verjagen.
Een heleboel bladluizen samen kunnen zodanig veel sap uit een plant zuigen dat de plant sterft door uitdroging.
De springbalsemien is heel aantrekkelijk voor bijen. De spingbalsemien geeft, volgens kenners, goede en heerlijke honing.
Deze bij, "gekleed" (wat dus een hommel blijkt te zijn) in een kort wollen jasje, heeft een bijzondere snuit. Het lijkt wel een hondensnuitje. Ik heb wel geprobeerd deze te determineren, maar dat is tot nu toe niet gelukt. Je zou zeggen dat dit opvallend bontje het determineren gemakkelijk zou maken. Welke bij het niet is dat weet ik inmiddels wel.
Op een flink uitgesneden foto kun je het snuitje beter zien.
Naschrift: Hanny (zie reactie) heeft voor mij het beestje kunnen determineren. Het is geen bij maar een hommel en wel een akkerhommel
Behalve dat we blij zijn met de extra bijen in onze tuin mogen ook de luizen en mieren blijven. We hebben springbalsemien in overvloed.
Maandag 25 Augustus 2014 om 13:42
We komen al jaren frequent op Texel, echter de Texelse bierbrouwerij hadden we nog nooit bezocht. Dit jaar moest het er toch maar eens van komen. Reserveren is noodzakelijk en dat kan via internet. Er moet dan wel gelijk online betaald worden anders is de reservering niet geldig.
De Texelse bierbrouwerij is gevestigd in een voormalig melkfabriek.
Wat heeft een bierbrouwerij te maken met schapen scheren (zie titel) ? Helemaal niets. Maar terwijl wij op het zonovergoten terras zaten te wachten op de rondleiding was er naast het terras een demonstratie schapen scheren. Het leek me rijkelijk laat om de schapen aan het eind van de zomer nog te scheren.
Ik maakte er enkele foto's van en o.a. die foto's gebruikte ik bij de tekst over de historie van de bierbrouwerij.
De eerste brouwmeester van de brouwerij was bouwvakker Harry Bonne. Het heette toen nog de Tesselse Bierbrouwerij. Harry hield zich sinds 1985 al bezig met thuisbrouwen toen hij in 1994, samen met vrienden en bekenden, het idee oppakte om een eigen brouwerij op te richten. De brouwerij was gesitueerd in een gedeelte van de voormalige zuivelfabriek. De brouwerij werd ingericht met apparatuur dat afkomstig was uit de zuivelindustrie en bestond uit een kleine roestvrijstalen brouwketel en twee tanks (één voor de gisting en één voor de klaring). Op 25 juni 1994 werd de brouwerij feestelijk geopend.
Begin 1998 bleek dat Harry Bonne en zijn vrouw Corry de brouwerij niet rendabel konden maken. Er moest of flink worden uitgebreid, of ze zouden moeten terugkeren naar brouwen in hobbysfeer. De huur(verhoging) zou deze hobby op de bestaande locatie te duur maken. Een grootschalige uitbreiding genoot ook niet de voorkeur gezien het feit dat Harry en Corry tevens eigenaar waren van een metselbedrijf. Het sluiten van de brouwerij was het meest voor de hand liggend. Het hoofdstuk van de Tesselse Bierbrouwerij werd gesloten tegen het einde van 1998.
Een nieuwe eigenaar werd in 1999 gezocht en gevonden in de persoon van Jaap van der Weide (1961), geboren in Groningen, afkomstig uit de wereld van de informatica. Jaap pakte het voortvarend aan en blies de brouwerij professioneel nieuw leven in, op dezelfde plaats. Op 1 mei 1999 werd de brouwerij heropend en was de herstart een feit. Ook de naam wijzigde van de Tesselse Bierbrouwerij naar de Texelse Bierbrouwerij. Aangezien de nieuwe eigenaar de roerstok niet zelf kon en wilde hanteren werd Nico Derks (voorheen Brouwerij Sint Martinus te Groningen en B.V. Utrechtse Stoombierbrouwerij te Utrecht, naar Texel gehaald. Hij werd bijgestaan door Tom Noij, afkomstig van de Boxtelse MAS met een half jaar ervaring bij de Maasland Brouwerij in Oss. Jaap van der Weide beperkte zich tot de financiën en de marketing van de brouwerij. In de loop van 1999 kreeg Nico Derks ook hulp van Joscha Schoots, die tot die tijd werkzaam was bij de Utrechtse Stoombierbrouwerij.
De Texelse Bierbrouwerij ging in 1999 met tien branchegenoten uit Nederland, België en Duitsland een samenwerkingsverband aan. Dit kwam vooral tot uiting in de gezamenlijke verkoop via AB&C (Astein & Bier&Co) die de verkoop in heel Nederland, met uitzondering van het Noorden van Noord-Holland en Texel, aan de groothandels en slijterij-ketens verzorgden. Tevens werden dat jaar drie nieuwe 10 hectoliter tanks in gebruik genomen, waarmee de productiecapaciteit steeg naar 25 hectoliter per week. In 1999 werd er op jaarbasis 400 hectoliter gebrouwen.
In de loop van 2000 trok Joscha Schoots zich terug uit de brouwerij omdat hij zijn nieuwe rol, door de aanschaf van de nieuwe bottelmachine, niet meer uitdagend genoeg vond. Er werd zo'n 1.000 hectoliter gebrouwen in 2001 en 2002 met zes fulltime medewerkers. Maurice Diks en Wiebe de Boer werden aangetrokken. Om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen vergrootte de Texelse Bierbrouwerij in 2001 haar werkruimtes van 200 m2 naar 1400 m2. Zo nam de Texelse Bierbrouwerij een nieuwe bottellijn aan de voorkant van de voormalige melkfabriek in gebruik. Sinds januari 2001 worden hier de 30 cl en 75 cl flessen en kruiken afgevuld, voorzien van een kroonkurk en geëtiketteerd. De capaciteit van de bottellijn bedraagt maximaal 5000 flessen per uur. Naast de flessen worden er ook fusten (20 liter) halfautomatisch gereinigd en afgevuld met een capaciteit van 200 fusten per dag. In september 2001 werd het nieuwe koperen brouwhuis van 40 hectoliter in gebruik genomen en hier hanteert brouwmeester Maurice Diks nu de Texelse Roerstok. Per keer zal er 20 hectoliter worden gebrouwen met door de duinen gezuiverd water.
Na het vertrek van Nico, die op Texel een ambachtcentrum begon, trad Harrie J. Vermeer op 1 februari 2002 in dienst als brouwmeester. Harrie Vermeer heeft 20 jaar ervaring bij onder andere Brouwerij de Koningshoeven in Tilburg. In 2002 hoopte de brouwerij uit te komen op 2000 tot 2500 hectoliter en waren er zeven medewerkers in dienst, waaronder twee verkopers.
Toen Diks en zijn compagnons de brouwerij op 10 mei 2004 overnamen, was het volgens Diks zelfs "Op sterven na dood". Hij was op dat moment al vier jaar bedrijfsleider. "Als bedrijfsleider had ik financieel inzicht en wist ik dat het bedrijf bestaansrecht had. De cruciale fout die steeds was gemaakt, was dat er heel hard was gewerkt om het bier aan de vaste wal af te zetten, terwijl we op het eiland nog lang niet klaar waren. Daarom hebben we ons eerst heel intensief met de Texelse markt beziggehouden. Resultaat is dat we nu het vertrouwen terug hebben en bijna alle horecazaken ons bier verkopen. Van de de slijterijen en supermarkten is dat zelfs 100 procent. Dat is goed te merken aan de afzet. In 2004 hadden we al een jaarproductie van 1.000 hectoliter, tegen 800 het jaar ervoor en dat terwijl we ons helemaal hadden teruggetrokken van de vaste wal. In 2005 is onze productie zelfs verdubbeld. Daarvan hebben we ook nog 85 procent op Texel verkocht. Ook de vooruitzichten zijn gunstig", volgens Diks. "We hebben de markt mee. Landelijk wordt steeds meer speciaal bier verkocht, nu al tien tot vijftien procent van de hele productie. Vijftien jaar geleden was dat nog maar vier procent." Voor 2006 wordt een groei van 15% verwacht die voor een belangrijk deel te danken zal zijn aan de verkoop aan de overkant. Texels bier is inmiddels te koop in 317 Mitra-slijterijen en dankzij recente afspraken met de keten Mix-Inn komen daar binnenkort nog eens zo’n 118 winkels bij.
"Om het vertrouwen van je afnemers te winnen, moet de kwaliteit onberispelijk en constant zijn. Dat bereik je door het hele productieproces zo goed mogelijk te sturen. Dat lukt je nooit voor 100 procent, want je hebt nu eenmaal te maken met een natuurproduct, maar 99 procent moet het wel zijn. Ik prijs me gelukkig dat ik het vak heb geleerd van een echte brouwer, Harry Vermeer, die twee jaar bij ons heeft gewerkt. Maar je raakt nooit uitgeleerd." Diks weet zich, naast een groepje parttimers voor drukke tijden, gesteund door drie vaste medewerkers.
De brouwer is, logischerwijs, erg zuinig op zijn mensen. Zo pauzeren ze langer dan gemiddeld, om steeds weer fris te kunnen beginnen, en hebben investeringen in het productieproces ervoor gezorgd dat het werk ook fysiek minder zwaar is geworden. "In de oude situatie gingen alle zakken bij het mout storten vijf keer door onze handen, nu is dat nog maar één keer. Bij het afvullen gaat het bier alleen nog in vaten van twintig liter. Alleen voor seizoensbieren hebben we vaten van dertig liter, maar die tillen we dan ook altijd met z’n tweeën. Verder maken we gebruik van karretjes en een kieplift."
Ook het milieu en de omgeving worden zo veel mogelijk gespaard. In de meest letterlijke zin, want om de buren te vriend te houden, heeft Diks besloten de zondagsrust te respecteren en het proeflokaal, dat vorig jaar 10.000 bezoekers trok, op die dag gesloten te houden. De brouwerij hanteert daarnaast vooral een stringent reinigingsbeleid. "We gebruiken zoveel mogelijk biologisch afbreekbare producten en water wordt zoveel mogelijk gerecycled. Water dat gebruikt is om te koelen, is niet geschikt voor het product zelf, maar je kunt er heel goed mee schoonmaken. In mijn eerste twee jaar hadden we 24 liter water nodig om 1 liter bier te maken. In de twee jaar erop was dat nog 18 en nu hebben we niet meer dan 9 liter nodig. Niemand hoeft ons te zeggen dat we dat moeten doen. We doen dat vanuit onze maatschappelijke betrokkenheid. Maar het bespaart natuurlijk ook kosten". De Texelse Bierbrouwerij produceert zeven soorten bieren, waarbij - naast water, gist en hop - uitsluitend gerst van eigen eiland wordt gebruikt. Zo’n zeventig- tot tachtigduizend kilo. Dat is twaalf tot dertien procent van de totale productie op het eiland. Dat maakt ook de boeren op Texel enthousiast en dat versterkt elkaar weer. In de brouwerij wordt drie keer per week gebrouwen waarbij we zo’n 30 hectoliter per brouwsel brouwen. Dat komt op ongeveer 5.000 hectoliter per jaar tegen 3.000 hectoliter in 2009! Dat geeft de groei dus wel aan.
“Wij denken nu echt pas in het beginstadium te zitten van de groei van onze brouwerij. Het is leuk om te zien dat in Noord-Holland het enthousiasme voor onze bieren groeit. Dat biedt toekomst. Met onze complete bierlijn kunnen café’s naast hun huispils nu een heel onderscheidend assortiment aan ambachtelijke bieren aanbieden. En daarbij is de kwaliteit uiteraard 100% gewaarborgd!” Voor de komende jaren dromen we met het hele team rustig verder besluit Maurice Diks lachend!
Begin 2013 vertrok de boot met vier nieuwe gisttanks van elk 13.500 liter naar Texel. De uitbreiding is hard nodig om aan de toenemende vraag uit binnen- en buitenland te voldoen. Aan de bestelling van de vier tanks is een lang proces vooraf gegaan. En er zit nog meer in het vat. Want in totaal zal de Texelse Bierbrouwerij maar liefst 10 van deze gisttanks plaatsen.
Bron: internet.
Uit bovenstaand verhaal bljkt wel dat marketing een essentieel is bij de verkoop van een goed product. Als je op Texel een biertje besteld wordt er altijd gevraagd of dat een Texels biertje moet zijn. Daarbij kun je ook nog kiezen uit bieren met namen die tot de verbeelding spreken bijvoorbeeld Skuumkoppe, Springtij en Noorderwiend. Dan ga je toch vanzelf kiezen voor dit lokale bier. Als je op vakantie bent in Frankrijk drink je immers ook een lokale Franse wijn.
Na de rondleiding kregen de gasten een plankje met vier soorten bier om te proeven. Tot slot ontving iedere gast een echt Texels bierglas.
En dat smaakt naar meer. Proost!
Naast ons aan de picknicktafel zaten twee jonge jongens, ik mocht hun bier en handen gebruiken voor de foto.
Sinds enige tijd ben ik in het bezit van een Canon 5D mark 3. De camera bevalt me uitstekend. Eén van de voordelen van deze camera is dat je kunt fotograferen met een hoge ISO waarde zodat je geen flitslicht hoeft te gebruiken. Bij de meeste foto's binnen gebruikte ik een ISO van 2000. Bij de vijfde foto in deze serie had ik zelfs een ISO van 5000. Het diafragma hield ik bij die foto aan de hoge kant (F 16). De sluitertijd was 1/10 en dat kon nog net uit de hand, mede omdat er geen bewegende onderwerpen aanwezig waren . Nu weet ik dat het diafragma een flink stuk lager kan om toch nog een acceptabele scherpt/diepte te krijgen. Doordat het diafragmagetal naar beneden kan en daardoor de sluitertijd korter wordt, kan de ISO naar beneden. Ik was wel aangenaam verrast dat bij een ISO van 5000 geen ruis te zien is op de foto.
Zondag 24 Augustus 2014 om 15:14
Zoals beloofd neem ik jullie vandaag mee naar de vogels op het Wagejot.
In het Wagejot ligt een reeks eilanden. Ze zijn hier opgeworpen bij het uitgraven van een afwateringssloot langs de nieuwe zeedijk. De kale, laag begroeide eilanden vormen een prima broedplek voor wadvogels die hun eieren gewoonlijk op de drogere delen van de kwelders leggen. Om de eilanden van het Wagejot geschikt te houden voor de grondbroeders maait Natuurmonumenten ze in de winter zo kort mogelijk.
Het ingedikte slik van Wagejot vormt een welkom voedselgebied voor wadvogels. Zeker als het buitendijks hoogwater is en ze op het wad tijdelijk niet uit de voeten kunnen. Op het Wagejot vinden ze in het ondiepe, brakke water volop visjes, insecten en algen. Uit de slikkige bodem kunnen ze met hun lange snavels nog veel meer lekkers halen. Het krioelt er altijd van de slakken, wormen, schelpen en garnalen.
Zulke vogelkenners als de Baardmannetjes zal ik nooit worden, maar als amateur vind ik het wel leuk om van tijd tot tijd door mijn Sony naar de vogels te kijken. Mijn kennis is nog niet zo groot dat ik ze ter plekke altijd kan determineren, maar achteraf op de computer doe ik mijn best.
De eerste vogel die ik vastlegde was een steenloper. Wel opvallend omdat de steenloper zijn voedsel zoekt tussen de stenen. Onderaan de dijk in Den Helder legde ik de steenloper al vast en liet deze in dit logje zien.
Op de tweede foto hierboven kun je zien dat de vogels best ver verwijderd zijn van de camera en moest ik flink digitaal inzoomen. Op het moment van fotograferen was het windkracht 6. De vogels konden nauwelijk stil blijven staan. Ik maakte de meeste foto's vanuit de auto waarbij ik de raamlijst als statief gebruikte. De wind rukte van tijd tot tijd ook aan mijn camera. Onderstaande foto is niet scherp geworden, maar omdat ik niet dagelijks een bontbekplevier vastleg laat ik deze hier toch zien.
De bontbekplevier heeft een korte snavel. Hij pikt er allerlei beestjes mee op van het drooggevallen slik of de stranden. Om een worm of een garnaal uit zijn holletje te lokken slaat hij met een poot op de grond.
Onderstaande vogel is volgens mij een kanoet.
Op de camping op Texel ontvingen we een vogelkaart van Vogelbescherming Nederland met daarop 35 vogels. Deze kaart is lang niet compleet. Op de genoemde kaart stond echter een melding dat je een app kon downloaden die heet "Wadvogels". Het is een handige app die je kunt gebruiken bij het determineren van Wadvogels.
Aanvankelijk dacht ik bij onderstaande foto aan een oeverloper vanwege de witte rand die doorloopt voor de vleugel. Maar bij nader inzien zou het ook een witgat kunnen zijn. Voor een goede determinatie heb je ook de vogel in vogelvlucht nodig. Daar ben ik nu wel achter. Ook is de kleur van de poten belangrijk, maar ja dan moeten ze niet gaan pootje baden.
Er was een groepje eenden aan het foerageren. Wroetend in het slib waren ze op zoek naar voedsel.
Zo op de foto leek het me een makkelijke eend om te determineren, maar dat viel nog niet mee.
Naschrift: Dan blijkt maar weer dat mijn kennis nog niet voldoende is. Op internet zag ik allemaal kleurige bergeenden voorbij komen, zowel de mannetjes alsmede de vrouwtjes zijn dan bont gekleurd. Maar een kenner vertelde mij dat dat het voorjaarskleed is. Nu zijn ze in de rui en zijn ze minder kleurrijk. Het is dus wel een bergeend vrouwtje bergeend.
Is dit een grutto of een rosse grutto?
De schaduwen op de voorgrond worden veroorzaakt door het riet op de oever.
Een rosse grutto is iets kleiner dan de grutto, de poten en de hals zijn iets korter. Ik denk dat het de rosse grutto is.
Nachrift, volgens de kenner is het een gewone grutto.
En aan het eind van mijn vogelritje streek er een bekend vogeltje neer op het wegdek, een witte kwikstaart. Een vogeltje die veelvuldig te zien is, maar niet makkelijk is vast te leggen. Deze keer lukte het me wel, dus die mag ook vandaag een plekje krijgen op mijn weblog.
Woensdag 20 Augustus 2014 om 21:52
Op Texel kun je de waddenzee binnendijks volgen met de auto. Buitendijks kan dat alleen op de fiets. Bij windkracht 6 was dat hard werken.
Het is leuk om van tijd tot tijd de auto te parkeren en een kijkje te nemen bovenop de dijk. Er passeren regelmatig mensen fietsend of hardlopend.
Onder de rook van Oudeschild is een nieuwe pier(tje) gemaakt. Uiteraard heb ik even geflaneerd op de pier en dat nam niet veel tijd in beslag.
De zon gaf een felle schittering op het water.
Zoals ik in het vorig log al schreef was de lucht helder blauw. Bij een dergelijke lucht doet een wit huis het dan wel goed.
Iniddels zijn we aangekomen bij Wagejot. Wagejot is een stukje wad dat bij de dijkverzwaringen in 1977 van de zee is afgesloten. De nieuwe zeedijk is hier iets verder zeewaarts aangelegd. Tussen beide dijjken is een drassige vlakte ontstaan die zeer goede mogelijkheden biedt voor vogels. Ik heb daar een tijd gestaan om de vogels te fotograferen. In het volgende logje laat ik die foto's zien.
Ondanks de soms dreigende lucht viel er geen spat regen.
Achter dit hek was het verboden terrein voor honden,
want schapen en honden gaan meestal niet samen.
Dinsdag 19 Augustus 2014 om 16:01
De eerste vakantieweek hadden we prachtig weer. Met name voor onze dochter en haar vriend was dat wel heel welkom, want met regen en veel wind in een tentje bivakkeren is geen pretje. Op de dag dat zij Texel verlieten sloeg het weer om. 's Nachts hadden we fikse regen en veel wind met een kracht van 6 op de Schaal van Beaufort.
Door het stormachtige weer waren de betonplaten verschoven.
Heel verstandig om je broek vast te houden, want je zou er uitwaaien.
Ook dit jaar kampeerden we op een camping nabij Den Hoorn. De scheefstaande witte kerktoren is een blikvanger op het eiland.
Dit jaar is Den Hoorn een kunstwerk rijker, een kerk gemaakt van betonijzer siert het schapenweitje.
Volgens kenners heeft Texel de meeste zonuren van Nederland. Op Texel waait het echter ook altijd. Tijdens deze vakantiedagen bleef de harde wind dagenlang aanhouden.
De lucht was helder blauw. De atmosfeer was schoon. Een verbijf op het eiland met deze schone atmosfeer is aangenaam voor longpatiënten.
Je kon ook kilometers ver kijken, zo helder was het.
Ondanks dat de weersvoorspellingen niet geweldig waren hadden wij op het eiland iedere dag zon en een temperatuur van rond de 20 graden.
's Avonds nam de bewolking toe. We zijn deze keer niet één avond naar het strand geweest om naar de zonsondergang te kijken. De zon zakte al vroeg in de avond in een wolkenband, dat gaf dan wel een kleurrijk spektakel op de tegenoverliggende wolken.
We hadden een mooi plekje op de camping. We werden omringd door paarse duinen en hadden vrij zicht op de lucht.
Maandag 18 Augustus 2014 om 16:31
Terwijl de regenbuien over ons trekken neem ik jullie mee naar onze zonnige vakantie.
Onze dochter en haar vriend gingen met de tent een week op vakantie naar Texel. Wij zouden daar dan ook zijn met onze caravan maar dan op een andere camping. Zij hadden namelijk geboekt voor een jeugdcamping en tot die leeftijdscategorie behoren wij niet meer.
Wij hadden echter niet geboekt, want we wilden eerst afwachten hoe de weersverwachtingen zouden zijn. Toen de weersverwachtingen goed leken belden we naar Texel om een plaats te reserveren. Het bleek dat ze niet op ons zaten te wachten, op het hele eiland was niet één plekje meer vrij.
Onze dochter moest nu voor het eerst zo ver chauffeuren. Ook het rijden op een veerboot deed ze voor het eerst. Door achter elkaar aan te reizen konden we haar daarin begeleiden. We hadden het zo mooi bedacht, maar ons plan viel dus in het water. Totdat mijn man een helder idee kreeg en zei: "We kunnen natuurlijk gaan kamperen in Noord-Holland". En zo gebeurde het dat wij op een camping stonden in Den Helder. Onze dochter reed achter ons aan naar Den Helder, we installeerden onze caravan op de camping en vervolgens begeleidden we hen naar de veerboot. Ze deed het al met al prima in haar eigen autootje.
En zo gebeurde het dat wij in de haven achterbleven en hen uitzwaaiden terwijl zij met de boot naar Texel vertrokken.
De camping in Den Helder was een mooie camping en op loopafstand van het strand.
Je kunt daar prachtig over de dijk fietsen en wandelen. Onderaan de dijk was een steenloper op zoek naar voedsel.
En na een aantal dagen was er wel ruimte op Texel en konden ook wij de oversteek maken. Zo waren we toch een dag samen met onze dochter en haar vriend op het eiland.
Na terugkomst van het zonnige Texel doken we in onze woonplaats zo de herfst in.
In de volgende series neem ik jullie mee naar Texel.
Vrijdag 01 Augustus 2014 om 18:16
Vanochtend was ik al op tijd in De Weerribben. Volgens ingewijden vliegt nu de grote vuurvlinder. Het lijkt me zo mooi om deze vast te leggen. Andere fotografen vertelden mij enkele locaties waar ik ze zou kunnen vinden. Op de eerste locatie fotografeerde ik het mannetje van de zwarte heidelibel.
Op de tweede locatie kwam de kleur al in de buurt van de vuurvlinder...het is een mannetje van de bloedrode heidelibel
Op de derde locatie fotografeerde ik een vlindertje dat veel te klein was voor een vuurvlinder, het is een muntvlinder.
Op de vierde locatie vroeg een sprinkhaantje zich af waar ik mee bezig was. Welnu, ik lag gewoon met de buik op het gaas met mijn fotografiekleding aan (lange broek en blouse met lange mouwen) en dat bij 28 graden. Je moet er wat voor over hebben.
Op de vijfde locatie koos ik voor het vastleggen van een bloemetje. "Het zou wel leuk zijn geweest als er een beestje op zat", dacht ik nog bij mijzelf. Pas op de computer zag ik de nimfjes op de moerasrolklaver zitten.
Op de zesde locatie legde ik een vlinder vast, een soort waarvan ik die ochtend al tientallen had gezien, een atalanta.
Op de zevende locatie lag ik wederom met de buik op de, met gaas bedekte, vlonder. De vlonder lag 15 cm boven het laagveen. Naast de vlonder bloeiden vele bloemetjes. Liggend op de vlonder kon ik deze ronde zonnedauw vastleggen. Deze soort is nog kleiner dan de kleine zonnedauw.
Toen ik daarmee bezig was kwam er een vogelaar aangewandeld. Zonder dat hij door zijn verrekijker keek zag hij een "vreemde vogel" op de vlonder. Ik ging toch maar even rechtop zitten en we hebben een tijdje gepraat en daarbij onze ervaringen gedeeld.
Op de achtste locatie lukte het ook niet, ik voelde mij bijna net zo onfortuinlijk als deze libel. Toen ik de gevangen libel vastlegde kwam de spin via een draad aangesneld, alsof ik van plan was zijn prooi te stelen. Ik vang alleen maar libellen met mijn camera en niet in mijn web.
Inmiddels had ik drie uren in De Weerribben rondgesjouwd. Mijn drie flesjes water waren leeg. Bezweet, moe, hongerig en dorstig reed ik naar het huis van mijn oudste zus. Door haar werd ik gevoed en gelaafd. Het zat daar lekker in de wind en schaduw.
Later maar weer eens een poging doen om de grote vuurvlinder vast te leggen.